Steek nooit de draak met slangen, het zouden weleens draken kunnen zijn. Dat is de moraal van dit verhaal.
Wist u dat er een snoepjesfabrikant is die keelpastilles produceert in de vorm van draken en dat die pastilles onder de naam ‘drakeeltjes’ op de markt worden gebracht? Ik zelf stond perplex. Ze werden mij aangeboden door een kennis die volkomen, maar dan ook echt volkomen, bevlogen is door draken. Hij verzamelt alles wat maar iets met draken te maken heeft, vandaar de ‘drakeeltjes’. Hij ziet ze vliegen, zou je zeggen. Toch ben ik hem dankbaar, omdat hij me de stof gaf voor deze rubriek.
We kunnen rustig stellen dat de draak een universeel symbool is dat al sinds de vroegste scheppingsverhalen tot de verbeelding van de mens spreekt. De Babyloniërs, de oude Grieken, de Angelsaksen en zelfs sommige indianenstammen in Noord-Amerika kennen draken. De beroemde psycholoog Carl Gustav Jung kenschetste de draak als een archetype.
En natuurlijk kennen ook de Chinezen de draak. De draak komt in alle aspecten van de Chinese belevingswereld voor: in de mythologie, de symboliek, de folklore en de kunst. De uitdrukking ‘chase the dragon’ betekent in het Engels verdampte heroïne snuiven. Het is een overblijfsel uit minder gelukkige tijden van de Chinese geschiedenis, maar ergens is het wel exemplarisch voor de manier waarop een in China wijdverspreid symbool zelfs in de Westerse talen is verzeild geraakt.
Hoe ziet een draak er eigenlijk uit voor de Chinees? In het boek Riten van de Zhou staat: “Een paard langer dan acht voet is een draak.” Nou, daar komen we nog niet veel verder mee.
Volgens de Shouwen Jiezi, het oudste woordenboek ter wereld, is het de koning onder de 369 geschubde dieren, waartoe ook de vis, de slang en de hagedis gerekend worden. De draak is een symbool voor kracht, voor het mannelijke principe (yang) en sinds keizer Gaozu van de Han-dynastie (206-195 v. Chr.) is hij ook het symbool voor de keizer. Het is een wezen dat naar de hemel kan vliegen en dat daar de regen veroorzaakt. Jade – het door Chinezen zo geliefde edelgesteente – is symbolisch voor het mannelijkste van het mannelijkste: het semen van de draak. Heuvelruggen in het landschap zijn liggende draken, draken brengen de zomerregens en draken huizen in rivieren. Een zo ontembare rivier als de Gele Rivier, gevreesd om haar overstromingen, wordt gezien als een draak. Bij vele rivieren werden in vroeger tijden dan ook tempels gebouwd. In deze tempels werden slangen gehouden (de slang is een verschijningsvorm van de draak) waaraan werd geofferd in tijden van droogte of watersnood.
Over een van die slangen gaat het volgende verhaal. Eens kwam keizer Qianlong (1711-1799) van de Qing-dynastie na de jacht langs de Zwarte-drakenbron tempel.
Hij besloot er even te stoppen om zijn respect te betuigen aan de draak waaraan deze tempel was gewijd. Tot zijn stomme verbazing trof de keizer in de tempel geen draak aan, maar slechts een klein slangetje dat opgekruld lag te slapen naast een vijver. Het slangetje hief zijn kopje op en bezag met zijn twee zwarte kraaloogjes nieuwsgierig deze hoge bezoeker.
De keizer barstte in schaterlachen uit en zei: “Maar dat is helemaal geen machtige draak, dat is maar een miezerig slangetje!” Op dat moment schoot het slangetje gezwind het water in, waarna het water begon te kolken en te zieden.
Uit de golven rees plots een klauw met schubben zo groot als schilden en nagels zo lang als speren. De reusachtige klauw spreidde zich uit en verduisterde de hemel. De keizer en zijn dienaren stonden te bibberen als een rietje. “Is dit meer wat je had verwacht van een draak?” bulderde een stem vanuit het water.
De keizer boog diep en verontschuldigde zich nederig voor zijn oneerbiedige woorden.
Hierop werd de klauw kleiner en kleiner, tot hij uiteindelijk weer in het water verdween. In het vervolg werd er met veel respect tot het slangetje gebeden. Als u ooit nog eens de Zwarte-drakenbron tempel passeert, zo’n negentig kilometer ten noorden van Peking, let dan een beetje op uw woorden, want er vliegen nog steeds draken rond in China, ook voor wie er niet in gelooft.
Peter Ho Kalligrafie door Sylvia Ho-Chang
Uit: China Nu, jaargang 20, nr 4, 1995