Opnieuw heeft een film van Zhang Yimou ertoe geleid dat het boek waarop de film is gebaseerd, in een Nederlandse vertaling uitkomt. Volkomen terecht, want Leven! is zelfs beter dan de film Lifetimes.
Leven! omspant ongeveer veertig jaar van de recente Chinese geschiedenis, van de burgeroorlog (1945-1949) tot de hervormingen onder Deng Xiaoping. Tegen deze achtergrond ontvouwt zich het verhaal. De roman is een raamvertelling. De hoofdpersoon Fugui vertelt zijn levensverhaal aan een vrij jonge ik-figuur, die tien jaar geleden, zoals hij zelf meldt, naar het platteland werd gestuurd om er volksliedjes te verzamelen. Op een middag ziet hij een oude man met een stokoude os het land beploegen. Ze raken aan de praat en zo krijgt de ik-figuur het levensverhaal van Fugui te horen. Fugui, letterlijk ‘dik en in aanzien staand’, is de enige zoon van een rijke familie op het platteland. Hij leidt een lui leventje en gaat vaak naar de hoeren, maar zijn belangrijkste tijdverdrijf is toch wel het gokken. Hij jaagt het hele familiefortuin erdoor, zodat zijn vader gedwongen is een hypotheek te nemen op het huis en het land. Wanneer de hypotheek wordt opgekocht, moet Fugui met zijn familie verhuizen naar een klein huisje.
Hij kan net een lapje grond van vijf mou pachten. Door dat te bewerken kan hij zijn familie (moeder, echtgenote Jiazhen, dochter Fengxia en zoontje Youqing) in leven houden. Fugui heeft te kampen met allerlei tegenslagen, die op ironische en humoristische manier worden verteld. Zo gaat Fugui wanneer zijn moeder ziek is naar de stad om daar een dokter te halen. Onderweg wordt hij door een idioot voorval ingelijfd in het nationalistische lager, dat op dat moment verwikkeld is in de burgeroorlog tegen de communisten. Yu Hua schetst een prachtig beeld van die oorlog: de nationalistische rekruten zijn meer bezig met denken over deserteren en het regelen van eten dan met oorlog voeren.
Aan hun kant heersen algehele chaos en verwarring. AIs Fugui’s eenheid verslagen is, blijkt het communistische volksleger een wonder van organisatie en vriendelijkheid. De verslagen soldaten mogen zelfs kiezen of ze naar huis willen of dat ze willen vechten aan communistische zijde.
Fugui keert terug naar huis. Hij is dan twee jaar weggeweest. Zijn moeder is gestorven en Fengxia is doofstom geworden na een ziekte. Fugui gaat wear aan het werk op het land. Tijdens de campagne tegen de grootgrondbezitters wordt de man die Fugui’s land had opgekocht geëxecuteerd. Als Fugui nog rijk was geweest, was hem dit misschien overkomen. Zijn goklust heeft hem indirect het leven gered. Fugui’s gezin doorstaat de hongersnood, die wordt veroorzaakt door de Grote Sprong Voorwaarts, maar net. Jiazhen wordt erg ziek en Youqing sterft. Zo gaat het leven door, steeds zijn er nieuwe tegenslagen en overlijdt er een familielid, totdat uiteindelijk alleen Fugui overblijft. Waar de film vaak alleen maar melodramatisch is, weet de roman te boeien en te ontroeren. Dat laatste komt misschien ook door de elegante en soepele vertaling van Elly Hagenaar.
Yu Hua, geboren in 1960, is een van de auteurs uit de Volksrepubliek die in de tweede helft van de van de jaren ’80 furore maakten met hun experimentele proza. Een ander is bijvoorbeeld Su Tong, schrijver van De rode lantaarn.
Beide auteurs komen uit het gebied rond Nanjing en Suzhou, het oude centrum van de literatencultuur.
Yu Hua was tijdens zijn experimentele periode erg geinteresseerd in verhaalstructuur en tijd.
Ook toen al schreef hij familiegeschiedenissen, vooral over de problematische relaties tussen mensen die te dicht op elkaar leven.
Leven! is een realistisch werk, waarin Yu Hua op afstandelijke, licht ironische wijze een beeld schetst van een gewone man.
Fugui is iemand vol goede bedoelingen, maar niet bijster sympathiek. Zijn belangrijkste eigenschap is zijn veerkracht.
Hij zet zich over elke nieuwe tegenslag heen zonder eindeIoos te tobben of zich af te vragen waarom juist hem zoveel ellende moet overkomen. Hij kan ook niet anders, want het land wacht op hem. De enige constante in zijn leven is dat lapje grond.
Yu Hua geeft in dit werk een andere visie op de geschiedenis. Hij distantieert zich van de socialistische visie op de maatschappij, die collectieve waarden als opofferingsgezindheid, vaderlandsliefde en liefde voor de Partij benadrukt.
In de episodes in de roman over de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie komt steeds weer het absurde van dergelijke grootschalige campagnes naar voren. De dorpelingen willen best ijzer smelten en wat leuzen op een muur schilderen, maar uiteindelijk zeggen deze campagnes hun niets. Wat blijft is de verbondenheid met het land, belichaamd in de persoon van Fugui.
Anne Sytske Keijser
Uit: China Nu, jaargang 20, nr 2, 1995