Uit bloed herrezen.
Velen van u zullen zich het prachtige en lugubere verhaal herinneren dat verteld werd in Het Rode Korenveld. Het is al enkele jaren geleden dat de verfilming van dit boek volle zalen trok. Nu is de Nederlandse vertaling uit en bij het lezen ervan begrijp je waarom het boek zich zo goed voor een verfilming leent: Mo Yan schrijft in kleuren en beelden.
Her verhaal laat zich niet één-twee-drie doorgronden.
Tipjes van de sluier worden in de eerste pagina’s opgelicht en verderop in het verhaal facet voor facet uitgewerkt. Het worden zodoende verhalen in verhalen, een schrijfstijl die doet denken aan die van Gabriel Garcia Marquez. Het verhaal wordt gebracht in de vorm van een familiekroniek, al spelen de feiten zich niet in chronologische volgorde af. Dit werkt soms vervreemdend, maar fascineert tegelijkertijd. Je blijft lezen om de puzzelstukjes in elkaar te laten passen.
De plaats van handeling is het district Noordoost-Gaomi, een laaggelegen gebied dat volgeplant wordt met koren om de waterstuwing van de hevige herfstbuien tegen te gaan. Dit koren, een speciaal soort rood koren, speelt zowel in de symboliek als in het dagelijks leven van de bevolking een essentiële rol. De cyclus van het zaaien en oogsten is terug te vinden in de cyclus van verwekken en sterven van de dorpsbevolking. De kleur rood staat in China voor geluk, maar in het verhaal vergelijkt de schrijver het rode korenveld ook met een zee van bloed.
Het beeld dat me altijd is bijgebleven uit de film en bij het lezen van de betreffende passage direct weer opdook, is dat van het meisje Kleine Negen, dat op haar zestiende wordt uitgehuwelijkt aan een aan lepra lijdende telg van de Shan-clan, een rijke familie die zich gespecialiseerd heeft in het stoken van korenwijn. Zoals de traditie verplicht, wordt zij in een gesloten rode draagstoel van haar ouderlijk huis opgehaald en naar de Shans gebracht. De tocht voert dwars door de deinende rode halmen. In een hevig schommelende draagstoel, terwijl de dragers ondertussen schunnige liedjes aan het zingen zijn. Samen met een (filmisch verantwoorde) ondergaande zon was dit een onvergetelijk spektakel.
Yu Zhan’ao, een van de dragers van de bruilofts- en begrafenisdienst, wordt verliefd op Kleine Negen en vermoordt vader en zoon Shan voor haar. Ze dansen de dans van de feniks in het korenveld (wat dat is kunt u wel raden) en niet lang daarna dient de volgende generatie zich aan.
Het is 1939 en de Japanse invasie is begonnen. Yu ontpopt zich als een bekwame commandant na een harde leerschool bij een bandietenbende. Het bloed van de gehate Japanners vloeit rijkelijk want zoals Yu aankondigt: “We zullen die Jappen bestrijden tot de vis sterft of het net breekt”. De gevechten worden zeer levensecht beschreven en voor met name enkele passages moet je een sterke maag hebben.
AI met al weet Mo Yan de cyclische levensloop van de dorpelingen uit Noordoost Gaomi treffend te beschrijven; de gruwelijkheden, overstelpend mooie indrukken en de dagelijkse beslommeringen maken van dit boek een klassieker en een must.
Saskia Bongaarts
Uit: China Nu, jaargang 19, nr 4, 1994