Dood en begrafenis

DSC03819 2Relatie levenden en doden.

In grote Chinese steden is het tegenwoordig een algemeen verschijnsel dat een lichaam na de dood wordt gecremeerd. Op het platteland echter geeft men de voorkeur aan een traditionele begrafenis. Bij zo’n begrafenis moeten de rituelen correct worden uitgevoerd. Zolang het graf niet vergeten wordt, kunnen de nabestaanden rekenen op voorspoed en geluk. Hieronder volgt een verslag over rituelen bij de Chinezen op het platteland en de bezwaren van de overheid hiertegen.

Als je als toerist in China op het platteland bij toeval geconfronteerd wordt met rituelen rond dood en begrafenis, dan vraag je je af: ,,Waarom gebeurt dit allemaal, waar zijn deze mensen mee bezig?” Vraag je aan Chinezen naar het waarom, dan zullen de meesten het antwoord schuldig blijven.

Verwonderlijk is dat niet. Het is traditie, een overlevering, zo gebeurt het al jaren.

De rituelen die bij de dood en de begrafenis van Chinezen horen, zijn niet in iedere streek hetzelfde. Het geloof in de kracht van de ziel van de overledene is wel overal aanwezig. De ziel kan invloed uitoefenen op het leven van de nabestaanden, die geloven dat de ziel een reis van zeven weken moet maken om in het Westelijk Paradijs te komen. Op deze reis zullen ze hem goed moeten begeleiden. Gebeurt dat niet, dan zal de ziel van de overledene zijn familie in het ongeluk storten.

De handelingen, rituelen, die noodzakelijk zijn om dat te voorkomen, kunnen er als volgt uit zien.

Het dodenritueel

Wanneer iemand gestorven is worden witte lappen — wit is de kleur van rouw — aan de voorkant van het huis gehangen. Aan de linkerkant van de deur als het de man betreft, rechts voor de vrouw. Een ‘ceremoniemeester’ wordt aangesteld, die de algehele leiding op zich neemt. Her eerste dat er nu moet gebeuren is het sturen van een overlijdensbericht naar familie en vrienden. De hoeken van deze rouwkaarten worden met een kaars weggebrand, als teken van rouw. De direkte familie draagt rouwkleding van ongebleekte katoen. Heel vroeger was dat jute kleding, die heel grof in elkaar gezet was. Afhankelijk van de relatie tot de overledene wordt de kleding minder rouwend: kleinkinderen dragen bijvoorbeeld alleen een witte muts. Als het de heer des huizes is, dan gaan de vrouwen, met een hoog en typisch wenend geluid naar buiten. Ze uiten zo hun verdriet, waarbij alle positieve eigenschappen van de overledene genoemd worden. Met de rest van de familie gaan ze naar het dichtsbijzijnde altaar van de plaatselijke God om het overlijden mee te delen. Aan deze God wordt voedsel aangeboden. Zonder voedsel is een Chinese ceremonie moeilijk voor te steilen.

Het voedsel voor goden is een vleesschotel. Essentieel hierbij is varkensvlees, daarnaast eventueel nog kip en vis. Bij ieder gerecht hoort een klein glas wijn. Voedsel voor de voorouders bestaat uit rijst en minstens vijf bijgerechten zoals fruit, koek en/of vlees.

Totdat de overledene het huis heeft verlaten krijgt hij ’s morgens en ’s avonds voedsel aangeboden, alsof hij nog leeft.

Wanneer de familie van de tempel terugkomt wordt het lichaam van de dode, door mensen die hiervoor ingehuurd zijn, met bronwater gewassen en wordt het haar gekamd. De kam, die gebroken wordt, en de spullen die gebruikt zijn voor het wassen worden begraven. De oudste zoon kleedt het lichaam in speciale begrafeniskleding.

Tijdens deze plechtigheid wordt zoveel mogelijk licht in het huis aangestoken zodat de ziel van de overledene zijn weg goed kan vinden. Deze lichten zullen aanblijven totdat het lichaam het huis verlaten heeft. De dode wordt in de woonkamer van het huis, voor het huis of in een speciale kamer in een tempelcomplex opgebaard. Wierook verspreidt daar zijn speciale geur en zijn rook symboliseert de communicatielijn met de goden. Muzikanten worden gehuurd voor de muzikale omlijsting van de ceremonie. De voorliefde gaat uit naar slag-en blaasinstrumenten.

Omdat men gelooft dat de ziel na de dood dezelfde materiële zaken nodig zal hebben als het lichaam tijdens het leven, worden papieren modellen van een huis, meubels en tegenwoordig ook modellen van een ijskast, auto en kleurentelevisie rondom het lichaam geplaatst. Deze worden tijdens de begrafenis met geestengeld (speciaal vervaardigd papiergeld voor de doden) verbrand en op die manier aan de overledene meegegeven.

In aanwezigheid van de hele familie wordt op de derde dag het lichaam door daarvoor ingehuurde mensen in een kist gelegd. Kinderen mogen zijn foto, kunstbloemen en zijn geliefde voorwerpen zoals zijn aansteker en ringen in de kist leggen. Potten met zijn favoriete voedsel en vijf verschillende soorten gedroogd fruit krijgt hij ook mee op zijn reis naar het Westelijk Paradijs.

Soms wordt er ook wel niet verpakt voedsel in de kist gelegd om de wilde honden, die de ziel op zijn reis tegen kan komen, te voeden.

Vroeger werd bij rijke families in de mond van de overledene een parel gelegd. Deze parel symboliseerde het opnieuw geboren worden in de hemel. Nu wordt daar een ganze- of eendeëi voor gebruikt.

Nadat de kist gesloten is wordt er gegeten. Bij deze maaltijd horen altijd noedels die niet gesneden worden. Deze lange slierten staan voor een lang leven. Zij verzekeren een lang en gezond leven voor de nabestaanden en ze zorgen ervoor dat de ziel van de overledene snel zijn weg naar het Westelijk Paradijs kan afleggen, Daarna wordt de naam van de overledene op het vooroudertablet geschreven. Afhankelijk van de streek is het tablet van hout of van papier. Het schrijven van de naam op het tablet heeft de symbolische betekenis van het overgaan van de ziel in het tablet. Vervolgens wordt het tablet op een centrale plaats in de woning, op het huisaltaar, geplaatst.

Goed zingen helpt

De ziel wordt nu op reis gestuurd. Een Chinees vertelde over deze reis: “Voor de dode breekt nu een zware tijd aan. De ziel is zijn lichaam kwijt en het lichaam zijn ziel. De dode moet aan het doodzijn wennen. Hij praat nog met zijn familie, maar zij horen hem niet. Soms verwacht men dat de dode nog één keer terugkomt, nog een laatste keer. Er wordt as voor de ingang van het huis gestrooid. Als de volgende morgen een voetafdruk in de as te zien is, wordt dat als bewijs gezien dat de dode is teruggeweest. Langer dan 49 dagen mag de ziel niet blijven. Hij moet echt naar de andere wereld.”

Over de reis van de ziel naar de andere wereld zijn veel verhalen geschreven en op wandschilderingen afgebeeld. Na een week zal de ziel voor een smalle poort belanden waar de demonen hem om geld vragen, dat hij geleend heeft om een passende begrafehis te krijgen. Als hij het geld kan aanbieden, mag hij verder gaan op zijn weg. Heeft hij het niet, dan wordt hij gemarteld.

In de tweede week wordt hij letterlijk gewogen. Wie goed geleefd heeft, is zo licht als lucht en mag verder. Slechte daden tijdens het leven maken iemand zwaar en hiervoor wordt de ziel gestraft. In de zevende week heeft hij het proces van overgang bereikt en is hij de goede en slechte zaken uit het aardse leven vergeten.

Door de familie worden monniken of nonnen gehuurd die liederen zingen. Dezelfde Chinees vertelde hierover: ,,Goed zingen helpt de ziel het lichaam te verlaten, het is dan minder pijnlijk. Want het verlaten is pijnlijk, de ziel is gewend aan de eenheid met het lichaam. Een goede monnik erbij, dat helpt. Hierdoor krijgt de ziel een betere introductie. Wanneer een monnik begint te zingen krijgt hij min of meer contact met de hemelse wereld. Zodra het gezang de hemel heeft bereikt is de ziel daar geintroduceerd. Op deze manier wordt het de ziel gemakkelijker gemaakt.”

Terwijl de ziel op weg gaat, moet ook aandacht besteed worden aan de plaats van het graf. Men gelooft dat een juiste p!aats van het graf een direct effect op het succes of falen van de nabestaanden heeft. Daarom wordt een geomanticus, fengshui xiansheng, gehuurd. Hij weet alles over natuurkrachten zoals de wind- en watersystemen.

Hij kijkt naar de glooiing van bet landschap, het wel of niet aanwezig zijn van water en de plaats van de bomen. Hij zorgt niet alleen voor de juiste plaats van het graf, maar bepaalt ook de juiste datum voor een begrafenis, waarbij hij wiskundige berekeningen maakt waarin datum, dag en uur van geboorte een belangrijke rol spelen. Zoals deze gegevens bij de geboorte werden opgeschreven, zo worden ze nu, bij het verlaten van de aarde, gebruikt om het meest geschikte moment van de begrafenis te bepalen.

Op de dag van de begrafenis brengen buren en vrienden overvloedig voedsel om de geesten te voeden. De kist wordt in een begrafenisstoet het dorp uitgedragen. Men doet veel om de boze geesten te verjagen.

Voor in de stoet strooit men geestengeld om hun ‘goodwill’ te kopen. Op kruispunten wordt vuurwerk afgestoken en bij bruggen worden meloenen, in het seizoen, kapot geslagen om deze geesten te voeden.

Borden met de naam en titels van de overledene, zijn foto, kunstbloemen, voedsel en de papieren voorwerpen worden meegedragen. De kist wordt tussen de rouwende familie, de muzikanten en de monniken meegedragen. Zodra de stoet uit het dorp verdwenen is, houdt het rituele gebeuren op.

De luxe van het graf wordt bepaald door de financiële positie van de familie. Het kan variëren van een simpel graf aan de rand van bet dorp, gemarkeerd door een paar stenen, tot een luxueuze graftombe. Na de begrafenis wordt aan de gasten een begrafenismaal aangeboden.

Qing Ming festival

Naast het begeleiden van de ziel, hebben de rituelen bij de dood ook als doel de voorouderlijn in stand te houden. De voorouderverering bevestigt het geloof in de voortgang van her leven na de dood. Op basis van dit geloof wordt aan de voorouders geofferd. Voorouders krijgen voedsel aangeboden en de nabestaanden verwachten daar iets voor terug. Door de wederzijdse afhankelijkheid — de doden zijn

afhankelijk van de levenden en de levenden van de doden — ontstaat er een sterke familieband. De ziel van de overledene kan op den duur een positieve kracht zijn voor de levenden en door het juist uitvoeren van • de rituelen kunnen de nabestaanden hierop invloed uitoefenen.

Als iemand gestorven en begraven is, betekent dat dus niet dat hij vergeten wordt.

Zijn ziel is symbolisch op het huisaltaar aanwezig. Gedurende drie jaar wordt daar van tijd tot tijd voedsel bij gezet en wierook gebrand en ook her graf wordt niet vergeten.

Op het Qing Ming festival (feest van de Zuivere Helderheid) dat zo’n halve maand na het begin van de lente plaatsvindt, gaat iedereen naar de graven van zijn voorouders. Wanneer men te ver woont van het voorouderlijk graf dan wordt er thuis geofferd in de hoop dat het zo ook de overledenen bereikt. Het Qing Ming festival was van oudsher ook een lentefeest, het eerste lente uitstapje van de familie in China. Als de families naar het graf van hun voorouders gaan, genieten ze van het eerste groen dat weer tevoorschijn komt. Het leven buiten kan weer beginnen en de voorouders hoeven hierbij niet passief toe te kijken. De rituelen rond het graf van de voorouders kunnen teruggevoerd worden tot een smeekbede aan hen voor voorspoed en geluk.

Voedsel en zo mogelijk wijn, geestengeld, wierook, eenvoudig vuurwerk en, niet te vergeten, een schoffel en een bezem worden meegenomen. Het onkruid dat op het graf is gegroeid, wordt weggehaald en het graf wordt schoongeveegd. Wierook wordt aangestoken. Het voedseloffer en het geld worden op het graf neergelegd. De lengte van de wierookstokjes wordt gebruikt als tijdmeter. Bij bet aansteken van deze stokjes wordt wat wijn over het graf gegoten en wanneer de helft is opgebrand dan volgt nog wat wijn en de laatste besprenkeling volgt bij het uitdoven van de stokjes. De oudste man die aanwezig is leest een gebed voor, waarna het papier waarop dit gebed stond wordt verbrand onder begeleiding van vuurwerk.

Willen de nabestaanden kunnen profiteren van de weldaden van de overledene, dan zullen ze moeten zorgen dat deze geld krijgt toegestuurd. Daarom worden smalle reepjes papier waaraan stukjes zilver- en goudfolie bevestigd zijn, verbrand. De stukjes folie stellen zilveren en gouden munten voor. Stukjes rood en wit papier worden aan de hoeken van het graf vastgemaakt als bewijs dat de rituelen gedaan zijn.

Na de ceremonie rond de begraafplaats wordt her meeste voedsel dat op het graf geplaatst was gezamenlijk daar opgegeten.

Verondersteld wordt dat het voedsel, doordat het op het graf gelegen heeft, doordrenkt is met kosmische krachten die de nabestaanden ten goede komen. In het zuiden van China neemt men drie soorten vlees mee: varkensvlees, gezouten vis en gekookte kip. Vooral voedsel met een symbolische betekenis wordt tijdens het festival graag gegeten, zoals ‘doufu’, het symbool van zegening, taugé dat nieuw leven betekent en noedels, dat voor lang leven staat.

In 1965 werd in de Volksrepubliek de naam ‘Qing Ming Festival’ veranderd in ‘Dag voor de Herdenking van de Helden van de Revolutie’. Het is een poging van de overheid ‘het nieuwe socialistische denken’ te bevorderen. In de grote steden gaan nu schoolkinderen naar monumenten voor Helden van de Revolutie en leggen daar kransen. De vooroudertabletten op her huisaltaar moeten nu plaats maken voor het portret van Mao Zedong. Door deze maatregelen hebben de rituelen rond het graf wel iets van hun intensiteit verloren, maar op het platteland worden de zielen en de graven van de voorouders nog altijd verzorgd.

Vijftig crematies per dag

Eeuwenlang hebben de Chinezen hun traditionele begrafenisrituelen uitgevoerd. Na de stichting van de Volksrepubliek China is er door de regering veel gedaan, om deze gebruiken tegen te gaan. De argumenten van de Partij tegen een begrafenis in traditionele stijl hebben betrekking op het verloren gaan van vruchtbare landbouwgrond, het moeilijk mechanisch bewerken van de grond als er op willekeurige plaatsen graven liggen, het hakken van te veel hout voor de kisten en de hoge kosten van zo’n begrafenis. Een graf neemt ongeveer vier vierkante meter grond in beslag. Jaarlijks sterven er tien miljoen mensen. Er zou dus veertig vierkante kilometer landbouwgrond per jaar voor dit doel gebruikt worden. Vandaar het voorschrijven van crematie. In de grote steden wordt nu bijna iedereen gecremeerd. In een van de crematoria van Beijing, het Babaoshan crematorium, vinden per dag ongeveer vijftig crematies plaats. Hoewel het verbranden van geestengeld verboden is, wordt het buiten, uit het zicht van de autoriteiten, verkocht. Ook zijn er in de buurt van het crematorium geïmproviseerde offerplaatsen, waar het geld verbrand wordt.

Op het platteland heeft het beleid van de overheid minder succes. Nog geen 5 % van de overledenen wordt gecremeerd. Het merendeel van deze crematies heeft betrekking op partij- en kaderleden.

Kerkhoven waren in China onbekend. De graven lagen over het hele land verspreid.

Nu wordt door de overheid grond beschikbaar gesteld voor het begraven van urnen met as. Ook in de crematoria worden hiervoor ruimten gereserveerd. Deze ruimten raken echter overvol. Het uitstrooien van de as boven zee is de nieuwste benadering.

Van aarde naar vuur, van vuur naar water.

Tekst: Yvonne Oudshoorn
Foto’s: Huub Gulickx

Uit: China Nu: jaargang 17, nr 3, 1992

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s