Wanneer iemand droomt over mooie resultaten zonder er moeite voor te willen doen, of wanneer hij zijn hoop vestigt op een herhaling van een toevallige gebeurtenis, dan zegt men in China “hou zhu dai tu”. Letterlijk betekent het: bij een boomstronk wachten op een konijn.

Ten tijde van de periode van de Strijdende Staten (475-221 v.Chr. ) woonde er in de staat Song een boer.
Hij leefde zoals alle boeren in zijn streek. Hij zwoegde van zonsopgang tot zonsondergang op zijn akkers.
In goede tijden oogstte hij net voldoende om zijn gezin te voeden, maar in de magere jaren, als de oogst mislukt was, moesten ze honger en kou lijden.

De boer dacht soms na wat hij kon doen om de levensomstandigheden van zijn gezin te verbeteren, maar steeds was hij te lui of te laf om serieus iets te ondernemen. Hij wilde er geen enkele moeite voor doen en van risico’s nemen wilde hij al helemaal niet weten. Hij droomde er alleen maar van dat het geluk hem zomaar zou opzoeken.
Op een dag in de herfst, toen hij aan het werken was op zijn akker, deed het wonder zich voor: de jagers in de buurt waren aan het jagen waardoor de dieren in het bos schrokken van het kabaal en de herrie. Ze renden alle kanten op om te ontsnappen. Een konijn rende in alle haast over de akker de boer, en zonder goed te kijken botste het dier tegen een boomstronk en viel naast de boer dood neer. De boer was ontzettend blij met dit onverwachte geschenk. Hij nam het dode konijn mee naar huis en die avond aten hij en zijn hele gezin hun buik vol.

Sindsdien werkte de boer niet meer op zijn akker. Dag in dag uit waakte hij bij die ene magische boomstronk, wachtend op het volgende wonder: op een zich te pletter gerend konijn of hert.

Tekst en kalligrafie Zhang Yinzhi

Uit: China Nu, jaargang 32, najaar 2007