Een vreemde eend in de Chinese bijt

De lange geschiedenis van de islam in China

Over de islam in China is nog opvallend weinig gepubliceerd. en belangrijke oorzaak van deze relatieve stilte rond de toch aanzienlijke moslimgemeenschap in China, is dat de gemeenschap zich lange tijd noodgedwongen op de achtergrond heeft gehouden. Achtereenvolgende keizerlijke dynastieën hebben geprobeerd deze vreemde eenden in de Chinese bijt te assimileren.

Wat de Chinezen met vele andere volkeren wel gelukt is, is ze met de moslims in China maar ten dele gelukt.

Moslims in in China leefden tot voor kort geïsoleerd van hun geloofsgenoten in de belangrijke islamitische centra in het Midden Oosten en Noord India. Hun positie als minderheid en de regelmatig verstoorde handelsroutes tussen China en de buitenwereld bemoeilijkten de contacten met deze gebieden. Ondanks deze geïsoleerde positie en de druk van Chinese kant om te assimileren, is het de moslimgemeenschap gelukt om zich vanaf het eerste begin in de zevende eeuw in China te handhaven.

De geschiedenis van de islam in China gaat terug tot halverwege de zevende eeuw. Na de dood van de profeet Mohammed in 632, breidde de islam zich in hoog tempo vanuit het Arabisch schiereiland over de wereld uit, gelijke tred houdend met de veroveringen van Mohammeds opvolgers, eerst de dynastie der Umaijaden later die der Abassieden. Deze expansie van het Arabische rijk eindigde niet eerder dan in de eerste helft van de achtste eeuw. Op dat moment lag de westelijke grens van dit immense rijk in Spanje en werd de oostelijke grens gevormd door de rivier de Indus en het Hindu Kush gebergte.

In dezelfde periode bereikte China aan het andere eind van de wereld, tijdens de Tang-dynastie, op cultureel, economisch en militair gebied ongekende hoogten. De regeerperiode van de legendarische Tang-keizer Taizong (627-649) wordt wel het Gouden Tijdperk van de Chinese geschiedenis genoemd. Het was onder zijn regime dat het Chinese rijk zijn grootste uitbreiding tot dan toe bereikte. Hij bracht Korea en binnen-Mongolië onder Chinees gezag en richtte daarna zijn blik op het westen waar de rebelse Turkse nomadenstammen de dienst uitmaakten. Hij verdreef of onderwierp deze stammen en maakte zich meester van de strategisch belangrijke oasesteden Turpan en Kashgar in het Tarim-bekken.

Zelfs het verre Samarkand en Buchara (in het huidige Oezbekistan) moesten zich de Chinese bemoeienis laten welgevallen en werden gedwongen regelmatig tribuut betalingen te doen.

De keizer kon zijn macht doen gelden tot in de kleine vorstendommen in het huidige Afghanistan en aan de bovenloop van de Indus, die eveneens aan China schatplichtig werden.

De onvermijdelijke confrontatie

Op economisch gebied ging het China onder de Tang voor de wind.

De handel bloeide als nooit tevoren en via de zee en de Zijderoute, die voor een belangrijk deel door China werd beheerst en beveiligd, werden vooral luxe goederen in en uitgevoerd Het was dan ook niet op het slagveld dat de twee uitdijende rijken, het Arabische en het Chinese, elkaar voor het eerst tegenkwamen, maar op de markt.

Onder de handelaren die China bezochten bevonden zich Arabieren, maar vooral veel volkeren, zoals de Perzen, die inmiddels deel waren gaan uitmaken van het grote islamitische Rijk en fungeerden als tussenhandelaren tussen het Arabische rijk en het Byzantijns rijk enerzijds en China anderzijds. Onder hen bevond zich een groeiend aantal moslims. Zij vestigden zich in de hoofdstad Chang’an (het huidige Xi’an), in Liuyuan, waar het hof resideerde, en in havensteden als Guangzhou en Hangzhou. De eerste moskeeën werden in deze periode in China gebouwd; één van de oudste nog steeds in gebruik zijnde moskeeën in China is de Grote Moskee in Xi’an die reeds in 742 is gebouwd.

De islam drong in deze beginperiode via twee duidelijk verschillende routes China binnen, langs de Zijderoute en over zee. Via de landroute ontstonden in de westelijke provincie van Oost China islamitische enclaves deze verspreidden zich vandaar niet verder richting de kust. De westelijke grens van deze verspreiding was Chang’an, het eindpunt van de Zijderoute (of beginpunt, vanuit Chinees perspectief). De enclaves die in de havensteden ontstonden als gevolg van contacten met de islamitische wereld over zee, bleven beperkt tot de kuststeden van Zuidoost-China; zij verspreidden zich niet verder over het binnenland. De moslims in in de enclaves mengden zich nauwelijks met de Chinezen.

Zij woonden in aparte wijken, behielden zoveel mogelijk hun mediterrane levensstijl, spraken vaak beter Arabisch dan Chinees en behielden hun Arabische namen. Hun positie is enigszins vergelijkbaar met die van de Europeanen in de verdragshavens van China tussen 1850 en 1940.

Oorlog met de islam

Het was onvermijdelijk dat de territoriale ambities van zowel de Tang-keizers als de Arabische kaliefen zou botsen. Het duurde eigenlijk nog verrassend lang voordat beide rijken elkaar op het slagveld ontmoetten; de immense bergketens van de Hindu Kush en het Pamir-gebergte vormden een natuurlijke barrière tussen beide.

In het begin van de achtste eeuw maakten de Arabieren zich meester van de aan China tribuutplichtige rijkjes aan de Indus en in Afghanistan. Nadat eerst Buchara onder de voet wordt gelopen, viel in 712 Samarkhand in handen van de Arabieren. De vorsten zonden gezantschap na gezantschap naar Chang’an met verzoeken om hulp, maar kregen nul op het rekest van hun beschermheer.

Keizer Xuanzong (712-756) probeerde aanvankelijk met diplomatiek optreden het gevaar af te wenden, maar nadat de Arabieren met de Tibetanen een verbond hadden gesloten en het Pamir-hoogland bedreigden besloot hij in te grijpen.

Xuanzong zond in 747 een leger onder generaal Gao Xianzhi naar de bedreigde gebieden. Generaal Gao marcheerde vanaf Kashgar over de Hindu Kush tot in Noord-India, verlsloeg de Arabieren en herstelde de macht van China. Geen geringe prestatie, die wel wordt vergeleken met tocht van Hannibal over de Alpen, maar het succes was van korte duur.

In 751 werd generaal Gao vernietigend verslagen door de Arabieren in de slag bij de rivier de Talas (in het huidige Kazachstan). In de jaren die volgden verloor China het hele Tarim-bekken.

De macht van de Tang was definitief gebroken en het zou duren tot de dertiende eeuw tot een Chinees keizer zijn invloed weer kon doen gelden in verre westen. In de eeuwen die volgden maakten in het West-China Turkse stammen de dienst uit, waarvan de Oeigoeren die zich halverwege negende eeuw rond Kashgar vestigden de belangrijkste waren. Eén voor één bekeerden deze volkeren zich tot de islam. De voortdurende onrust in het gebied van de Zijderoute, waaraan de zwakke keizerlijke dynastieën in deze periode geen einde konden maken, zorgde ervoor dat de moslimgemeenschap in Oost-China de contacten met de islamitische wereld via de Zijderoute moest ontberen. De contacten over zee bleven wel bestaan.

Noordelijke veroveraars

Met de verovering van China door de Mongolen in de dertiende eeuw begon een nieuwe fase voor de islam in China. De Mongolen maakten voor de verovering van China dankbaar gebruik van onderworpen Centraal-Aziatische- (Turkse-) stammen, waaronder de eerder genoemde en inmiddels tot de islam bekeerde Oeigoeren. De Mongoolse veroveraar Kublai Khan, kleinzoon van de grote Dzjengis Khan, maakte zich met hun hulp meester van heel China en vestigde zijn hoofdstad in Peking waarmee de Yuan-dynastie (1279-1368) en feit was. De vele moslims die in het leger van Kublai hadden gevochten werden beloond met hoge functies in het nieuwe bewind.

De Mongolen beschouwden de moslims als tweederangs burgers, na henzelf maar wel boven de Chinezen.

De voorkeurspositie waarin de moslims zich bevonden en de tolerante houding van de Mongolen betreffende religie, droeg er toe bij dat de islam zich over heel China verspreidde.

Eén van Kublai’s moslimaanvoerders was Sayyid-i Adjall afkomstig uit Buchara.

Na bewezen diensten werd Sayyid (hetgeen afstammeling van de profeet betekent) gouverneur van Yunnan.

Het is zijn verdienste en die van zijn zoon, Nasir al-Din, dat de islam zich sterk verspreidde in deze provincie.

De moslims in Yunnan bleven ook na het einde van de Yuan-dynastie goede contacten onderhouden met de moslims in de noordelijke provincies Gansu en Shaanxi en zij behielden hun prominente positie in deze provincie.

Tijdens de Yuan-dynastie beleefden de moslims in China hun gouden eeuw. Het aantal moslims groeide aan tot vier miljoen en dat maakte hen veruit tot de grootste ‘minderheid’ in China. In deze periode werd een groot aantal moskeeën gebouwd en speciale islamitische scholen opgericht. Er ontstond zelfs een hele keten van moslimhotels om aan de speciale wensen en behoeften van moslimreizigers tegemoet te kunnen komen, zoals speciaal halal-voedsel en gebedsruimten.

Contacten met de rest van de islamitische wereld floreerden, want nu de Mongolen de gehele route beheersten, werd naast de zeeroutes ook de Zijderoute weer veelvuldig door reizigers gebruikt . Reizigers uit de Arabische landen bezochten China, bleven vaak enkele jaren of soms zelfs voor altijd in het land en verdiepten de kennis van de Koran. Nieuwe geloofsrichtingen, onder andere het soefisme, deden met deze bezoekers hun intrede en verrijkten de islamitische cultuur. De bekendste van deze reizigers is lbn Battuta, de Arabische Marco Polo, aan wie we veel kennis over de islam in China in deze periode te danken hebben. Moslims konden tijdens de Yuan-dynastie hun status aparte behouden, maar drukten door hun veel grotere aantal en politieke invloed een groter stempel op de Chinese samenleving dan in eerdere periodes.

Muezzin in de deuropening

De Yuan-dynastie werd in in de loop van de veertiende eeuw opgevolgd door de Ming (1368-1644). Met de komst van deze nieuwe dynastie is het gedaan met de dominante rol van de moslims in het bestuur. Hun voorheen genoten positie werkte zelfs tegen hen, omdat een groot aantal moslim-bestuurders hun positie hadden misbruikt en op arrogante, vaak tirannieke wijze de Chinese meerderheid had onderdrukt. Veel Chinezen hadden dan

ook een grondige hekel gekregen aan moslims.
Aanvankelijk lieten de nieuwe heersers de moslims met rust, maar na verloop van tijd werd een aantal maatregelen genomen die moesten leiden tot gedwongen assimilatie.

Zo werd het moslims verboden hun specifieke gebruiken met betrekking tot dieet, huwelijk en taal te behouden. Daarnaast werden Han-Chinezen gedwongen in het noorden en zuidwesten van Oost-China te gaan wonen, waar de moslimgemeenschappen zich concentreerden. De meerderheid in deze voorheen overwegend islamitische streken werd aldus Chinees.

De moslims reageerden op deze gedwongen sinificering door uiterlijk zo min mogelijk op te vallen en daarnaast te proberen hun identiteit intern te bewaren door de banden met de gemeenschap aan te halen en activiteiten met betrekking tot religie zoveel mogelijk ‘binnenshuis’ te ontplooien.

Contacten en spanningen met de Chinezen werden zoveel mogelijk voorkomen, waardoor het hen lukte de druk van de gedwongen assimilatie te weerstaan. Deze tweeslachtigheid is duidelijk zichtbaar in de moskeeën die tijdens de Ming zijn gebouwd. Van buiten lijken ze in niets op de moskeeën zoals we die kennen uit islamitische landen, ze zijn niet te onderscheiden van Chinese tempels. De meet opvallende concessie is het ontbreken van de minaret. De muezzin roept op tot het gebed vanuit de deuropening van de moskee.

Dezelfde tweeslachtigheid kwam ook naar voren op vele andere gebieden. Zo gebruikten moslims in contacten naar buiten in in feite Chinese namen terwijl ze elkaar onderling aanspraken met Arabische namen.

Hetzelfde gebeurde op het gebied van de taal. Met de Chinezen sprak men uiteraard Chinees, binnen de gemeenschap communiceerde men in een Chinees dat doorspekt was met Arabische en Perzische woorden. Tot op heden zijn resten van deze mengtaal in het woordgebruik van de moslimgemeenschap terug te vinden. Dit proces van ‘verchinezing’ culmineerde in het verschijnen van belangrijke islamitische teksten in het Chinees in de zeventiende eeuw. Tijdens de Ming veranderden de Chinese moslims in Oost-China in moslimchinezen, de Hui, een term die vanaf de Yuan periode in zwang kwam om de moslims in China aan te duiden.

Confrontatie en consolidatie

Met de machtsovername door de Mantsjoes en de stichting van de Qing-dynastie (1644-1911) begon een periode die gekenmerkt werd door een aantal grote moslim-opstanden.

De meest tot de verbeelding sprekende van deze opstanden was die onder leiding van Du Wenxiu, die Yunnan veroverde en zichzelf uitriep tot Sultan Suleyman. Du Wenxiu werd pas na een strijd van zeventien jaar door de Mantsjoes verslagen, een miljoen moslims lieten hierbij het leven. De achttiende en negentiende eeuw waren periodes van ongemakkelijke coëxistentie tussen de Chinezen en de Hui, ontstaan door de agressieve manier waarop de Mantsjoes probeerden de Chinese moslims definitief in Chinezen te veranderen.

In de twintigste eeuw werden de moslims in Oost-China door de republiek en de door de communisten erkend als een aparte minderheid. Met enkele islamitische landen als belangrijke vrienden, was het voor de communisten noodzakelijk de moslims intern goed te behandelen. Toch hadden ook de moslims in China zwaar te leiden onder de uitwassen van de Culturele Revolutie.

Op dit moment is de islam in China aan een ware revival bezig. Moskeeën en islamitische scholen schieten als paddestoelen uit de grond, Chinese imams gaan naar Arabische landen voor studie en steeds meer Chinezen gaan op Haj (bedevaart) naar Mekka, vorig jaar alleen al 6000.

De moslimgemeenschap getuigt hiermee van een grote interne kracht en flexibiliteit. Na meer dan 1300 jaar is de islam in China nog steeds springlevend.

Belangrijkste bronnen: Raphael Israeli, Muslims in China, Study in Cultural Confrontation (Londen 1978) Encyclopedia of Islam, lemma Al-Sin

Michiel Kossen

China Nu, jaargang 24, zomer 2000

Foto’s: H. Gulickx

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s