
Na Het rode korenveld is dit de tweede roman van Mo Yan die vertaald is in het Nederlands.
De plaats van handeling van De knoflookliederen is wederom het platteland van de provincie Shandong. Deze roman speelt echter in het heden, in 1987. De dorpelingen van het district Paradijs hebben in opdracht van het districtsbestuur al hun energie en tijd gestopt in de teelt van knoflook. Het jaar is buitengewoon goed en de oogst fenomenaal. De boeren gaan ervan uit dat ze hun recordoogst aan het district zullen kunnen verkopen. Helaas blijkt dat de koelhuizen van het district niet voldoende opslagcapaciteit hebben voor zoveel knoflook. De districtsleiding verbiedt de boeren hun oogst in naburige gebieden te verkopen. Als blijkt dat de lokale overheid geen oplossing heeft voor het probleem, ontstaat er een opstand. De boeren belegeren een overheidsgebouw en eisen dat de hoogste leider naar buiten komt om verantwoording af te leggen over zijn handelwijze. De leider negeert dit verzoek, waarop de boeren het gebouw bestormen en binnen de boel kort en klein slaan. De politie arresteert een aantal van hen, onder wie de drie personen om wie deze roman draait. De roman begint met hun arrestatie. Mo Yan reconstrueert vanuit een wisselend perspectief de persoonlijke geschiedenis van deze drie personen en de reden dat zij bij de opstand betrokken raakten. De roman, voor het eerst gepubliceerd in januari 1988, schokte door zijn huiveringwekkende realisme. De aanleiding voor de opstand, de arrogante reactie van de lokale overheid, de arrestaties en de schertsprocessen, dit hele scenario is erg plausibel. En niet alleen voor het platteland. Voor de lezer van nu roept de roman associaties op met de protest- beweging van 1989 en het neerslaan daarvan. Mo Yan, zelf legerofficier, durft vraagtekens te plaatsen bij de rol van de communistische partij. De plaatselijke overheid wordt afgeschilderd als een corrupt zooitje, alleen uit op persoonlijk gewin en niet begaan met het lot van de boeren. De vertaling doet recht aan Mo Yans schilderachtige en kluchtige taalgebruik. Af en toe zijn kleine fouten ontstaan door de onbekendheid van de vertaler met het Chinees. Zo zijn de overheidsdiensten zeker niet gehuisvest in een “barakken- kamp” (vertaling van het Engelse “compound”), maar in een gebouwencomplex rond een binnenplaats. Veel ernstiger is het weglaten van de verantwoording van de Engelse vertaler. Wat is namelijk het geval? De auteur heeft in overleg met de Engelse vertaler de laatste twee hoofdstukken ingrijpend veranderd, waar- schijnlijk om het boek toegankelijker te maken voor een Engels publiek. De oorspronkelijke roman heeft een heel ander einde, dat niet minder pessimistisch of kritisch is dan de gewijzigde versie. De Franse vertaling is wel trouw aan het origineel. Een auteur als Mo Yan verdient beter.
Anne Sytske Keijser
Uit: CHINA NU, 20e jaargang, 1995, nr 4