Tribuut aan het Rijk van het Midden
Het Chinese keizerrijk ontwikkelde gedurende zijn lange geschiedenis een bijzonder systeem voor de betrekkingen met zijn buurvolkeren: het tribuutstelsel. In dit systeem werd het confucianistische denken toegepast op de realiteit van de internationale betrekkingen. Met de opmars van de Westerse mogendheden in de negentiende eeuw bleek dit systeem steeds moeilijker in stand te houden.
Het Chinese keizerrijk was omringd door zes cultuurgebieden. De volkeren in die cultuurgebieden waren wat betreft taal, economie, politiek en sociale structuur anders dan de Chinezen. Allereerst was er in het noordoosten het uitgestrekte Mantsjoerije. De bewoners van dit gebied met zijn bossen en steppen waren jagers en vissers en bedreven een rudimentaire vorm van landbouw. In het noordwesten ligt het gebied dat nu Mongolië heet. De steppen en woestijnen in dat gebied werden eveneens bewoond door nomaden.
Nog verder naar het noordwesten, in de woestjnen van CentraaI-Azië leefde men van oaselandbouw en karavaanhandel. In het zuidwesten ligt de Tibetaanse hoogvlakte met zowel landbouwers als nomaden. Het vijfde cultuurgebied werd gevormd door wat zich ten zuiden van het Chinese keizerrijk bevond: het vasteland en de eilanden van Zuidoost-Azië. De zuidelijke volkeren bleken zeer ontvankelijk voor de Chinese cultuur en namen er veel van over. Ten slotte bevond zich ten oosten van China het zesde gebied, dat het Koreaanse schiereiland en de eilandenrijken van Japan en Ryukyu omvat. Ook deze oostelijke landen ondervonden sterke invloed van de Chinese cultuur.
Nomadenlegers
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de nomadische, meer noordelijke buurvolkeren en anderzijds de sedentaire, meer zuidelijke buurvolkeren van China. Tot in de negentiende eeuw hebben de Chinese keizers altijd veel meer aandacht moeten besteden aan de noordelijke buren dan aan de zuidelijke. De enorme steppe- en woestijngebieden in het noorden konden niet blijvend ‘gepacificeerd’ worden, en evenmin kon China zich afsluiten van deze gebieden door het bouwen van de Chinese Muur. Steeds weer vielen de ruiterlegers van de nomaden China binnen. De Mongolen, in de dertiende eeuw, en de Mantsjoes in de zeventiende eeuw lukte het zelfs heel China te veroveren. Tegelijkertijd was contact met de nomadenvolken ook een noodzakelijkheid voor de Chinezen. De steppevolken waren veefokkers en in het Chinese cultuurgebied was er een grote behoefte aan vee, met name aan paarden. Wegens de grote bevolkingsdichtheid werd het grondgebied van China grotendeels door de landbouw in beslag genomen en was er niet veel weidegrond beschikbaar voor de veeteelt. De Chinese behoefte aan paarden werd niet in de laatste plaats veroorzaakt door het feit dat de cavalerie een centrale rol speelde in de Oostaziatische oorlogvoering. Alleen al om zich te kunnen verdedigen tegen invallen door noordelijke nomadenstammen moesten de Chinezen met diezelfde stammen handel drijven.
Contact met de buurvolkeren kon niet vermeden worden, zelfs niet met de grootste vijanden van de Chinese cultuur.
Om te begrijpen waarom dit contact de vorm kreeg van een tribuutstelsel is het belangrijk te beseffen hoe het Chinese wereldbeeld eruitzag. In dat beeld is de kosmos een statisch geheel dat zich niet ontwikkelt. Alles heeft zijn eigen plaats; orde en hiërarchie vormen de hoogste waarden. Wanneer de orde op één plek wordt verstoord heeft dat consequenties voor de hele kosmos: alles lijdt eronder.
Dat geldt dus ook voor de menselijke samenleving. Opdat orde in de samenleving kan bestaan moet iedereen zijn plaats en zijn verantwoordelijkheden kennen. Daarom is de maatschappij hiërarchisch gestructureerd: iedereen heeft zowel mensen boven als onder zich en moet zich overeenkomstig zijn positie gedragen. De keizer, de ‘Zoon des Hemels’, staat aan de top van de sociale hiërarchie. Hij geniet een ‘Hemels Mandaat’ en is verantwoordelijk voor het handhaven van de maatschappelijke orde. Zijn vermogen om de orde te handhaven vormt de legitimatie voor zijn macht Voor de relatie met niet-Chinese landen was van grote betekenis dat de Chinese maatschappelijke visie alomvattend was: de maatschappij was de hele mensheid, tianxia (het al onder de hemel). Het Hemels Mandaat gold dus ook voor alles buiten China. Als de keizer zijn taak op succesvolle wijze uitvoerde, profiteerde de hele mensheid daarvan. Als er anderzijds chaos bestond buiten China was de keizer ook daarvoor medeverantwoordelijk. Het praktische gevolg van deze ideologie voor de machtspositie van de keizer was dat chaos de grootste bedreiging vormde. Het ontstaan van chaos, bijvoorbeeld in de vorm van opstanden, bandietenbendes, maar ook invasies door andere volkeren, wees op het falen van de keizer. Als hij niet krachtig genoeg bleek voor zijn taak, verloor hij zijn mandaat en hoefde het volk hem niet meer te gehoorzamen. Dan was het moment aangebroken waarop een nieuwe dynastie de macht moest overnemen.
Volgens de traditionele chinese zienswijze was China niet een staat tussen andere staten. De wereld bestond uit twee gedeelten. Een beschaafd gedeelte, China, en een barbaars gedeelte, alles buiten China. Het beschaafde deel werd door Chinese ambtenaren bestuurd, de landen daarbuiten door hun eigen vorsten. Zowel de Chinese ambtenaren als de buitenlandse vorsten handelden volgens deze zienswijze op gezag van de keizer van China. Daarom zouden buitenlandse koningen verplichtingen ten opzichte van de keizer hebben. Onder de buitenlandse vorsten onderling bestond ook weer een hiërarchie.
De orde in de relatie tussen China en zijn buurlanden werd gesymboliseerd door het tribuut. Als een buitenlandse koning eerbied betuigde door tribuut (vaak zeldzame exotische geschenken) te sturen aan de keizer van China erkende hij daarmee zijn verantwoordelijkheden ten opzichte van de keizer en tegenover de kosmische orde in het algemeen. Het Chinese hof bemoeide zich dan verder niet met de interne aangelegenheden van het tribuutland. Het was de taak van de keizer tribuut te eisen van de andere vorsten, zonder echter politieke expansie te bedrijven.
Tribuut als handel.
De leiders van China’s buurlanden zonden geregeld tribuutgeschenken naar de Chinese keizer. De buitenlandse gezanten kwamen dan met een groot gevolg naar de hoofdstad van China om hun tribuut te brengen. Chinese functionarissen zagen erop toe dat alles precies volgens de traditionele voorschriften gebeurde. Het ontvangen van tribuutmissies was een bijzonder kostbare zaak voor het keizerlijk hof. Kosten noch moeite wetden gespaard om de buitenlandse gasten versteld te doen staan van China’s rijkdom en culturele superioriteit. Als materiële compensatie voor hun tribuutgaven kregen de gezanten banketten en geschenken aangeboden door de keizer. Zijn geschenken waren doorgaans veel waardevoller dan die van de gezanten om te benadrukken dat niemand de keizer van China kon overtreffen. Vanwege de hoge kosten kwam het de Chinezen beter uit als er niet te vaak tribuutmissies op bezoek kwamen. Tijdens de Qing-dynastie hadden de Chinezen bijvoorbeeld bepaald dat de Koreanen slechts eenmaal per jaar hun tribuut mochten brengen en alle andere voikeren nog minder vaak. Zo werden de Birmezen maar één keer in de tien jaar verwacht.
Het is duidelijk dat het ontvangen van tribuutmissies voor de keizer van groot belang was om aan te tonen dat hij zijn taak als ordehandhaver aankon. Maar wat was de motivatie bij de buitenlandse vorsten om mee te werken aan het tribuutstelsel?
Om te beginnen kon de legitimiteit van hun eigen heerschappij versterkt worden doordat de Chinese keizer die erkende. Een tribuutverhouding met China betekende tenslotte dat de betrokken heerser door de keizer van China ‘aangesteld’ was als leider van zijn volk. De buurlanden van China die de confucianistische wereldvisie hadden overgenomen, hechtten daar zeker waarde aan. Daarom was Korea ook de trouwste deelnemer aan het tribuutsysteem, gevolgd door landen als Ryukyu en Vietnam.
Daarnaast brachten tribuutmissies vaak handelsmogelijkheden met zich mee. De buurvolkeren hadden vaak meer behoefte aan Chinese goederen dan omgekeerd. AIs zij niet meededen aan het tribuutsysteem kon de Chinese keizer als reactie hierop de handel met hen verbieden. Omdat de Chinese buitenlandse handel weinig weg had van wat wij tegenwoordig een markteconomie noemen, was overheidstoestemming een vereiste voor vreemdelingen die handel wilden drijven. Handel en tribuut kunnen niet los van elkaar gezien worden. Zij waren deel van hetzelfde systeem van internationale betrekkingen, waartoe ook oorlog en diplomatie behoorden en waren zowel economisch als politiek van aard. De tribuutmissie zelf was overigens een uiterst geschikte manier om handel te drijven omdat alle onkosten voor de binnenlandse reis door China werden betaald.
In praktijk hoefde de relatie met China helemaal niet vernederend te zijn voor de ‘barbaren’.
Schone schijn
Theorie en praktijk van het tribuutstelsel lagen meestal ver uiteen. Vaak was China te zwak om zijn buren de voorwaarden voor omgang te kunnen opleggen. Toch wist het keizerlijke hof soms de schijn op te houden van de onderdanigheid van de ‘barbaren’. Zo werden vreemde stammen vaak omgekocht om ervoor te zorgen dat zij geen invallen in Chinees gebied zouden doen. Grote hoeveelheden geld en kostbaarheden hebben op deze wijze China verlaten. Ook stuurden Chinese keizers soms gezanten om met andere heersers op basis van gelijkheid te onderhandelen, wanneer die weigerden zich als ondergeschikte op te stellen en daar ook niet toe gedwongen konden worden.
Intussen werd dit aan het Chinese volk toch als een tribuutrelatie gepresenteerd.
Zo had de Ming-keizer Zhu Di in 1418 de Centraal-Aziatische vorst Shahrukh Bahadur in een brief eerbiedig als een gelijkwaardige collega benaderd, terwijl deze in de officiële Ming-geschiedschrijving afgeschilderd wordt als een vazal van de Chinese keizer. Ook werd de onderdanigheid van vreemde gezanten bij hun bezoek aan het Chinese hof in de annalen vaak onjuist voorgesteld.
Her kon voorkomen dat tribuutgezanten weigerden bij hun bezoek aan de keizer hun hoofd helemaal tot op de grond te buigen, zoals de Chinese etiquette voorschreef. De Chinese hofschrijver noteerde dan toch dat men netjes met het hoofd de grond had aangeraakt. Dergelijke verfraaiingen van de werkelijkheid waren structurele symptomen van China’s tribuutstelsel.
Het systeem benaderde het confucianistische ideaal meer in de betrekkingen met de zuidelijke buren dan in die met de noordelijke. De noordelijke heersers bleken niet zelden militair sterker dan de Chinese keizer. Het tribuutstelsel was echter het produkt van zowel ideaal als praktijk. In de praktijk heeft het tribuutstelsel zijn functie redelijk goed vervuld, ook met betrekking tot de volkeren in het noorden: enerzijds bleef het sinocentrische wereldbeeld overeind, terwijl aan de andere kant handel en diplomatieke betrekkingen met de buurvolkeren mogelijk werden gemaakt.
Een nieuwe internationale orde In de negentiende eeuw ging het echter mis. Het tribuutstelsel bleek niet toepasbaar op de relatie met de Europeanen.
Voor de Europeanen waren handel en politiek twee verschillende zaken terwijl voor de Chinezen de twee niet gescheiden konden worden. Engelse handelaren wilden handel drijven zonder iets te maken te hebben met het tribuutsysteem.
Engeland beschikte over een sterk militair overwicht en was vastbesloten China te dwingen zich aan te passen aan het moderne, Westerse systeem van internationale betrekkingen. Het Chinese keizerrijk werd in toenemende mate geconfronteerd met buitenlandse problemen waarvoor het tribuutstetsel geen oplossingen kon bieden. In 1912 kwam er een einde aan het keizerrijk en werd China een republiek. Het Verre Oosten werd opgenomen in het moderne wereldsysteem en China moest voor het eerst in zijn geschiedenis zijn buurlanden als gelijkwaardige staten erkennen. Het traditionele sinocentrische wereldbeeld heeft echter nog niet al zijn invloed verloren: de Chinezen noemen hun land nog steeds Zhongguo, het ‘Rijk van het Midden’
Frans-Paul van der Putten
Uit: China Nu, 21e jaargang, nr 1, 1996
[…] In de negentiende eeuw bleek dit systeem moeilijk in stand te houden. (Frans-Paul van der Putten)https://vncarchief.com/2017/11/10/china-en-zijn-buurlanden/Binnen onzekere grenzenGrensconflicten tussen China en Rusland bestaan al zo lang zij elkaar kennen. […]
LikeLike